Binnen de Sporttherapie worden uiteenlopende sport gerelateerde klachten en blessures behandeld aan het houdings- en bewegingsapparaat. Hierbij wordt ‘hands on’ gewerkt in de keten van de wervelkolom en de aangedane arm of been.
De Sporttherapeut maakt onderscheid tussen specifieke, medische sportblessures en aspecifieke (overbelastings)klachten en bepaalt hierbij de grenzen van zijn vakgebied. De invloed van zowel de belemmerende als de helende invloed van het zenuwstelsel op het herstel van blessures speelt een belangrijke rol binnen het werk van de Sporttherapeut.
Centraal staat de sporter met zijn fysieke klachten in combinatie met de invloed van mentaal/emotionele factoren op de ontwikkeling hiervan. Dit alles wordt meegenomen bij de intake en de adviezen naar herstelbevordering.
De Sporttherapeut schept ideale voorwaarden ter bevordering van de intrinsieke, fysiologische herstelmechanismen van het lichaam zelf, waarbij ontspanning, mobiliteit, stabiliteit, doorbloedingsverbetering en ‘handig beweeggedrag’ van de cliënt en zijn belangrijkste weefselstructuren (huid, bindweefsel, fascie, spieren en gewrichten) op de voorgrond staat.
De keuze van de behandelvormen, de behandelintensiteit en de behandelduur worden afgestemd op de individuele, specifieke situatie van de cliënt.
Voorbeelden van (sport gerelateerde) “pijntjes”, klachten en blessures die therapeutisch behandeld kunnen worden:
- Enkel-, voet- en hielblessures;
- Achillespees- en kuitklachten;
- Mediaal tibiaal stress syndroom (shin splints);
- Specifieke knieletsel (ligamenten en menisci);
- Patellofemorale klachten;
- Jumpers’ knee en runners’ knee;
- Hamstrings- en liesblessures;
- Slijmbeurs en peesontstekingen;
- Lage rugklachten (ook hernia);
- Nek- en schouderklachten;
- Tenniselleboog